Het slagenlandschap en de Dwarsdijk in ’s Gravenmoer

De ontginning van het veen in de 14e eeuw is bepalend geweest voor de ontwikkeling van het gebied zoals wij dat nu kennen als het slagenlandschap. Het kenmerkt zich als kleinschalig met smalle kavels en grensbeplanting. De term slagenlandschap wordt herleid tot een slag of opstrek, een lang en smal perceel met veel elzenheggen. De els diende als perceelscheiding. Verder leverde het boerengeriefhout en brandstof voor de bakkersoven (musterd). De rook kleurde de dakpan blauw. Doordat er kaarsrechte afwateringssloten op korte afstand van elkaar werden gegraven, werd het landschap in stroken verdeeld, de zogenaamde slagen.

De Dwarsdijk die parallel aan de Hoofdstraat in het buitengebied loopt en de andere dijkjes, zijn kenmerkend voor de gras- en waterlanden. Ooit dienden ze als bescherming tegen het buiten zijn oevers tredende water van de rivier De Donge.

Veen

Het landschap van ’s Gravenmoer kenmerkt zich als een voormalig veengebied. Duizend jaar geleden was het grootste deel van Dongen en ’s-Gravenmoer met veen bedekt. Veen is een opeenstapeling van plantenresten in een erg natte omgeving. Daardoor treedt het normale verrottingsproces niet op en blijven bladeren, stengels, twijgjes, takken en soms hele bomen in de bodem bewaard. Boven op deze stapel plantenresten groeit en bloeit de natuur echter verder: een veenlandschap dat er voor zorgt dat de stapel nog wat dikker wordt. De voornaamste plantensoorten in veen zijn veenmos, riet, zegge, berk en els. Veen werd in onze streken vaak “moer” genoemd. Vandaar ook de naam ’s Gravenmoer en verder naar het oosten, De Moer.

Veen kan op tal van manieren gebruikt worden. Zo wordt het bijvoorbeeld tegenwoordig nog veel verkocht in tuincentra, het is namelijk goed te gebruiken als bemesting van de tuin. Een ander hedendaags product is norit, erg handig als je darmen in de war zijn. In de vroege middeleeuwen werd het gebruikt om zout uit te winnen, zoals in West-Vlaanderen. In onze omgeving werd het veen vooral ontgonnen om er turf van te maken en om op de vrijgekomen grond landbouw en veeteelt op te bedrijven.

Luchtfoto van een veengebied.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 510447

Turf

Turf was lange tijd een erg belangrijke brandstof.  Met name toen in de middeleeuwen in Noordwest-Europa de stedelijke bevolking alsmaar bleef groeien en hout steeds schaarser werd, kwam turf op grote schaal als brandstof in gebruik. Niet alleen voor huisgebruik, maar ook door de ambachtslieden en bij industriële activiteiten. Grote gebieden zijn in Nederland afgestoken voor de turfwinning. Voorbeelden zijn het merengebied van het Groene Hart in Holland, de Drentse veenkoloniën en de Peel op de grens van Noord-Brabant en Limburg, waar zelfs nog in de twintigste eeuw op grote schaal turf is gewonnen.

Veenkluiten werden in de lente uitgestoken en gedurende de zomer te drogen gelegd zodat men ze in de herfst als de brandstof ‘turf’ kon ophalen. De samenstelling van het veen bepaalt of het geschikt is voor turfproductie dan wel voor landbouw. Bosveen is voor beide minder geschikt: de vele boomstronken maken het steken van turven onmogelijk en belemmeren het ploegen. Sterk gecomprimeerd veenmosveen, zoals dat in onze omgeving aanwezig was, was daarentegen zeer geschikt als basis voor de turfproductie.

Een groot nadeel van de turfwinning was wel dat de bodem erdoor flink daalde. Omdat de groeiende steden grote behoefte hadden aan deze brandstof werd het veen in West-Nederland op grote schaal tot zelfs onder de waterspiegel weggebaggerd. Hierdoor werden deze gebieden erg gevoelig voor overstromingen en kon ook het grondwater flink naar boven komen. Op deze manier zijn veel grote plassen ontstaan, bijvoorbeeld de Nieuwkoopse plassen en de Vinkeveense Plassen. Het Haarlemmermeer kon mede door de turfwinning aan de oevers uitgroeien tot het grootste meer in Holland. Vele plassen zijn later ingepolderd om het verlies aan land binnen de perken te houden. Andere plassen uit die tijd zijn echter nog aanwezig en zijn nu recreatiegebied of natuurreservaat.

Slagen

Hoe ging dit turfwinning in de omgeving van ’s Gravenmoer in zijn werk? Er werden rechthoekige blokken uitgezet die in lange stroken werden verdeeld. Dit was het systeem dat in heel de westelijke Langstraat gebruikt werd. Een dergelijke strook werd “hoeve” of “slag” genoemd en was inderdaad bedoeld om er een boerderij op te zetten. Onder ’s-Gravenmoer, waar de graaf van Holland de grond uitgaf, strekten de 34 hoevestroken vanaf de Donge naar het oosten het veen in. De eerste koper was Steven van Waalwijk in 1293. De boerderijen zullen aanvankelijk wel aan het riviertje gestaan hebben: dat was in Holland de gebruikelijke opzet bij dit soort ontginningen. Op de boerderijen werd niet alleen geboerd, men stak er blijkbaar ook turf voor de “export”. In de uitgiftebrief van het noordelijke stuk van ‘s-Gravenmoer staat dat men van ieder schip met turf aan de tol van Dubbelmonde 2 penningen moest betalen.

De langwerpige stroken waarop turf werd gewonnen, werden ook wel slagen genoemd. Dit slagenlandschap is in de afgelopen decennia op veel plekken verdwenen, met name door de ruilverkaveling. In ’s Gravenmoer is dit unieke, landschap echter nog op plekken bewaard gebleven. Het karakteristieke langgerekte kavelpatroon wordt gekenmerkt door de sloten en de elzenhagen, die voor oeverversteviging, schaduw en brandhout zorgden. Ook op landkaarten zijn die lange stroken nog duidelijk herkenbaar. Via vaarten, de Donge en de ’s Gravenmoerse Vaart werd de turf afgevoerd. Een perceel werd in twee of drie stroken verdeeld. Van één van de stroken werden de kleilaag en de bovenste veenlaag weggegraven en op de strook ernaast gezet. Vervolgens werd alle bruikbare turf afgegraven, waarna eerder afgegraven grond werd teruggestort en het perceel weer voor landbouw gebruikt werd.

Dijken

Rond het jaar 1200 botsten de graaf van Holland en de hertog van Brabant in hun expansiedrift in deze streken op elkaar. Een heus ridderoorlogje werd afgesloten met een vrede en het trekken van een grens. In de anderhalve eeuw daarna speelde die grenskwestie steeds weer op en uiteindelijk kwam de grens tegen 1350 tot rust. ’s-Gravenmoer was Hollands, Dongen en Oosterhout waren Brabants. De latere gemeentegrens ging rechtstreeks hier op terug. Die grens is onlangs opgesierd met nieuwe houten grenspalen, want in 1997 verviel ze toen ’s-Gravenmoer en Dongen tot één gemeente verenigd werden.

Door de turfwinning kwam het land in ’s Gravenmoer erg laag te liggen, amper hoger dan de zeespiegel, waardoor het erg gevoelig werd voor overstromingen van de Donge. Om dit tegen te gaan werden er dijken aangelegd, zoals de Dwarsdijk, Lage en Hoge Dijk en de Brouwersdijk. Dijken die nog altijd kenmerkend zijn voor het ’s Gravenmoerse landschap. Geregeld braken deze echter door, met soms rampzalige gevolgen voor de bewoners. Vaak bleef er daarna achter de dijk ook een flinke plas water achter, een wiel. Zo’n wiel, het Kerkewiel komt u ook tegen op de fietstocht.

In het laag gelegen ’s Gravenmoer leidde de bodemdaling en de inklinking tot grote problemen. Het land werd te nat. De aanleg van de ’s Gravenmoerse Vaart in 1335 verbeterde de waterafvoer die via de kronkelige en smalle Donge in het Oosterhouts Broek erg slecht was. Maar ook dat was niet voldoende en de boerderijen van ’s Gravenmoer schoven drie tot vijfhonderd meter oostwaarts naar wat nu de Hoofdstraat en Wielstraat heet. Daar was het veen nog wat hoger maar zou het op den duur ook gaan inzakken en vernatten. Uiteindelijk werden de noordelijke boerderijen opgegeven. Alleen de zuidelijke boerderijen bij de kerk bleven bestaan: daar kwam onder het veen de zandbodem te voorschijn en die zakte niet als je er in ploegde. Na verloop van tijd concentreerde de bewoning van ’s-Gravenmoer zich verder op de nieuw gevormde grens tussen zand en veen: de Kerkdijk – Molendijk en verdween ook nog een stel boerderijen van de Wielstraat. De lage natte gronden in het noorden werden nu vooral als grasland gebruikt: de wat hogere om vee te weiden, de lagere als hooiland.

Meer informatie:

https://www.brabantserfgoed.nl
https://s-gravenmoer-een-pareltje.jouwweb.nl
http://www.natuurgebied-langstraat.nl