Heuvel

Als kind leerde ik op school dat de Donge de snelst stromende rivier van Nederland is. Zo’n rivier door je dorp zorgt voor veel werkgelegenheid en handel. En op dit stuk is dat perfect te zien. Nu is het om te beginnen niet zo dat de Donge door ons dorp loopt, nee het zit wat anders in elkaar. Je zou het nu niet zo zeggen, maar De Donge is toch een serieuze rivier om over te steken als je met paard en wagen aan komt rijden. In de verre omtrek is geen enkele doorwaadbare plaats waar je naar de overkant kunt komen als je de rivier wilde oversteken. Al eeuwen loopt er een weg van Antwerpen, over Breda via deze oversteek naar ’s Hertogenbosch. Hier was het de enige doorwaadbare plek waar je de rivier kon oversteken. Er ontstond vanzelf handel, een smidse, een herberg op deze plek, het begin van een dorp.

Laaglandbeek

De rivier de Donge is eigenlijk niet meer dan een smalle laaglandbeek. De lengte ervan is slechts zo’n 35 kilometer en ontspringt in het gebied bij het buurtschap Nijhoven nabij Baarle-Nassau. De Donge heeft geen duidelijke bron maar ontstaat doordat grond- en regenwater zich vanuit een groter gebied geleidelijk aan clusteren tot een beek. De beek stroomt onder andere door het natuurgebeid het Riels laag en de Regte Heide, waar hij de Oude Leij wordt genoemd. Vervolgens stromen verschillende leitjes langs Gilze, Hulten en Rijen om net ten zuiden van  Dongen samen te komen. Pas bij Dongen krijgt de beek de naam Donge. Daarna stroomt deze noordwaarts dwars door het dorp in de richting van ’s Gravenmoer om uit te monden in de Amer bij Raamsdonksveer en Geertruidenberg.

Deze naam heeft het riviertje te danken aan het dorp Dongen, of andersom. Het toponiem Dongen is waarschijnlijk een verbastering van de woorden donken en aa. Een donk kan worden omschreven als een zanderige heuvel nabij een rivier of in een moerassig gebied. In vroeger tijden werden rivieren vaak kortweg aa genoemd. Bij Breda wordt een vergelijkbare rivier bijvoorbeeld nog steeds de aa genoemd. Maar hier betreft het de brede aa. In tegenstelling tot deze dunne (smalle) aa bij Dongen. Als men dan donken en de aa samenvoegt krijg je ongeveer het woord Dongen of Donge (vroeger: Dongha).

Het lijkt misschien een onbeduidend riviertje, toch heeft het een grote rol gespeeld bij de ontwikkelingsgeschiedenis van Dongen en de wijdere omgeving. Zo vormde de Donge lange tijd een bestuurlijke en administratieve grens tussen oostelijk en westelijk Brabant, tussen de Meierij van ’s-Hertogenbosch en de Baronie van Breda. Daarnaast was het ook een culturele grens. Zo verschillen de dialecten tussen Oost- en West-Brabant aanzienlijk van elkaar met de Donge als dialectgrens en het Dongens als overgangsdialect.

Brug

De Donge vormde hier echter niet alleen een scheiding tussen gebieden, het zorgde ook voor verbinding. Op deze plek lag vroeger namelijk een van de weinige plekken waar de Donge gemakkelijk kon worden overgestoken. Eerst via een doorwaadbare plek, later door middel van een voorde en nog later met een brug. De brug over de Donge ligt juist op deze plek, omdat hier de dekzandrug het smalst is en de Donge ‘breekt’. Ten noorden en zuiden was het juist moerassig gebied of was de Donge moeilijker over te steken. Interessant is ook dat de bodem in de loop van de tijd behoorlijk door de Donge uitgesleten is, dit valt hier ook goed te zien.

De brug zelf heeft veel veranderingen ondergaan. Zo hadden de Dongense bruggen vroeger een rode kleur. In de Lage Ham is nog een brug met zo’n kleur overgebleven, deze heeft dan ook de naam de Rode Brug en komt u ook tegen op de fietstocht. Deze brug, de Heuvelbrug, is bijvoorbeeld weleens opgebroken om het Franse leger tegen te houden, de materialen van de brug zelf werden hierbij als obstakel (roadblock) opgeworpen om de troepen te stuiten. De huidige brug dateert uit het midden van de twintigste eeuw.

Heuvel

Ten westen van de Donge ligt hier de Heuvel, een donk langs het riviertje. De Heuvel is een van oudst bewoonde delen van Dongen. Donken boden een hogere en drogere plek in een vaak drassige omgeving. Ze waren zo bovendien aantrekkelijk voor de landbouw maar vooral als vestigingsplaats voor mensen. Het feit dat reizigers nabij de Heuvel de Donge konden oversteken zorgde ervoor dat hier rond 1300 een gehucht ontstond en zich ook bedrijvigheid ontwikkelde. Er ontstond een driehoekige brink waar boeren hun vee bijeen konden drijven en waar marktlui producten konden verhandelen. Later, vooral vanaf de negentiende eeuw kwamen er ook de looierijen bij aan de Heuvel. Ook achter de woonhuizen stonden looierijen. Er werd blijkbaar goed verdiend met het looien aan de huizen als Heuvel 13 en Heuvel 14, te zien, met mooie afgewerkte gevels en ornamenten.

Heuvel (ansichtkaart uit 1915).

Looivaten Looierij van den Assum.

De Donge. Het “stromen” van de huiden in de Lage Ham.

Leerlooierijen

Het riviertje de Donge had vroeger een groot economisch belang. Met name voor ontwikkeling van de leerindustrie en de vestiging van looierijen. Dongen ontwikkelde zich namelijk tot een van de centra van de leerindustrie. De Donge was hierbij cruciaal. Het riviertje is niet lang, maar heeft wel een verval van zo’n 23 meter. De snelle stroming die dit opleverde en het heldere water zorgden voor een onmisbaar bestanddeel van het looiproces. Veel looierijen stonden dan ook in de nabijheid van de Donge. In de Donge werden de huiden ‘gestroomd’, waarbij de huiden over een ketting tussen twee paaltjes werd gehangen en de vuiligheid, zoals bloed en poep ervanaf kon worden gespoeld. Hierdoor werd ook het rottingsproces versneld en konden haren en vleesresten makkelijker verwijderd worden. Ook werden de huiden zo ‘uitgezoet’, waarbij het conserveringszout van de huiden werd gespoeld.

Daarnaast werd de Donge vroeger ook vaak gebruikt door de looierijen als riool, om hun afvalproducten in te lozen. Toen er nog vooral natuurlijke looistoffen en dergelijke werden gebruikt was dit nog niet zo erg. Het werd een groot probleem toen chemische middelen hun intrede deden en gedumpt werden en het Haringvliet werd afgesloten, waardoor de stroomsnelheid van de Donge vertraagde. De bekendheid van Donge als ‘stinkdorp’ nam hierdoor sterk toe. De kwaliteit van het Dongense rivierwater is de laatste decennia gelukkig flink verbeterd door een grondige sanering.

Veel werkende leerlooierijen zijn er niet meer in Dongen te vinden. Hier in de nabijheid van de Donge is het industrieel leererfgoed echter nog bewaard gebleven. Zo ziet u er nog een grote looierij die rond 1900 in opdracht van de firma Kokx werd gebouwd. Later werd deze overgenomen door F. van den Assum. Verderop het terrein staat een nog veel grootschaliger looierijcomplex van de famile van den Assum. Het wordt zelfs nog deels gerund als looierij. Ook Lucad Leder looit er nog leer in vaten tot wet-blues en eindproducten. De hele leerfabriek bestond vroeger ooit uit zo’n negentien componenten, waaronder een schuurderij, vatververij, spannerij, kuipen, ketelhuis, smederij, nathuis, huidenmagazijn en haarhok.

Het grootste deel van het complex op het Heuvelpark is nu een ‘creatieve broedplaats’ en wordt verhuurd aan allerlei kleine bedrijfjes en kunstenaars. Dit komt ook deels omdat een andere ontwikkeling van het terrein verhinderd wordt doordat de grond eronder nog vervuild is door chemische middelen veroorzaakt door de leerindustrie. Het kost veel geld om dit op te lossen. Aan de andere kant van de Donge is het monumentale deel van de voormalige looierij van den Assum-Kanters, daterend van 1899, herbestemd en gerenoveerd tot appartementencomplex. In Museum De Looierij kunt u nog veel meer te weten komen over het leven en werken in een ‘leerdorp’ als Dongen.

Herberg

De fraaie boerderij aan de Heuvelstraat 4 is een van de oudste gebouwen in Dongen. Het is een boerderij van het Kempische langgeveltype, onder rieten wolfdak met dakkapel. De boerderij dateert waarschijnlijk uit de zeventiende eeuw en heeft ook gefungeerd als herberg met de name De Gekroonde Swaen. Recentelijk is deze verbouwd tot woonhuis. Achter de boerderij staat nog het originele bakkershuisje. Een aantal jaren terug zijn twee houten poorten van de herberg teruggevonden, met daarop de twee gekroonde zwanen. De zwaan stond vroeger bekend als een symbool van drankzucht en onkuisheid.

De boerderij/herberg staat in de nabijheid van de Heuvel, het eerste marktpleintje van Dongen en lag aan de belangrijkste handelsweg voor reizigers van Breda naar Den Bosch. Deze weg was zelfs een hanzeweg die liep vanaf Antwerpen helemaal naar het Duitse Bremen. Voor reizigers, marktlui en soldaten, aangezien Dongen regelmatig op de route van optrekkende legers van divers pluimage lag, was de herberg een stopplek om een drankje te nuttigen of om de vermoeide benen even rust te geven. Ook de schout en schepenen van Dongen vergaderden er dikwijls en dat zorgde voor het nodige inkomen.

Menig muitende soldaat weigerde echter te betalen. Bier, brood, maaltijden en slaapplaatsen werden dan vaak niet gevraagd maar opgeëist. Dit weten we bijvoorbeeld nog van verhalen over de weert van de herberg Peter Jan Cornelissen uit begin van de zeventiende eeuw. In het eerste decennium van de zeventiende eeuw werd de Baronie onder andere geteisterd door muitende Spaanse troepen die vanuit Hoogstraten, Grave en Roermond hun voorraden kwamen aanvullen. Peter Jan Cornelissen kon ervan meepraten. De muiters kwamen hun financiële eisen stellen en zetten die kracht bij door in grote getale op bezoek te komen. Officieren en onderofficieren en hun gevolg (vaak ook hun vrouwen) sliepen in de herberg van Peter. Gewoonlijk verschenen dan ook de schout en de schepenen in de herberg om over de eisen de onderhandelen over de maandelijkse bijdrage die het dorp te leveren had. Peter Jan Cornelissen meldde toen op negen verschillende dagen schadeposten aan de gealterreerden (zoals de muiters steeds werden aangeduid).

Meer informatie:

Bron: RBT de Langstraat

Uithangbord huidig bakhuisje.

Oude poortdeuren met zwanen.